olie

{{olie}}{{/term}}

1 [m.b.t. voedsel] huile 〈v.〉

2 [aardolie] pétrole 〈m.〉 ⇒ 〈stookolie〉mazout 〈m.〉 ⇒ 〈motorolie〉huile

3 [meervoud][olieaandelen] actions 〈v., meervoud〉pétrolières

♦voorbeelden:

1   in olie ingelegde sardines • sardines à l'huile

     sla met olie aanmaken • préparer de la salade à l'huile

     〈spreekwoord〉 olie drijft boven • la vérité comme l'huile vient au-dessus

     〈figuurlijk〉 olie op de golven gieten • mettre de l'huile dans les rouages

2   afgewerkte olie • huile usée

     ruwe olie • pétrole brut

     naar olie boren • faire de la prospection pétrolière

     olie op het vuur gooien • jeter de l'huile sur le feu

     de olie verversen • 〈van auto〉 vidanger l'huile

     met olie besmeurde vogels • des oiseaux mazoutés

     met olie bevuilde stranden • des plages mazoutées

¶   in de olie zijn • être beurré

Deens-Russisch woordenboek. 2015.